Twee rechters hebben vorige week geheel anders beslist over een slapend dienstverband. Er is nu veel onduidelijkheid. Welke kant gaat het op?

Wat is een slapend dienstverband?

Een zieke werknemer heeft twee jaar lang recht op loondoorbetaling bij ziekte. Na afloop van deze periode eindigt de loondoorbetalingsverplichting, maar niet het dienstverband.  

Sinds 2015 moeten werkgevers aan werknemers een transitievergoeding voldoen na een ontslag vanwege ziekte, reden waarom veel werkgevers ervoor kiezen om een het dienstverband ‘slapend’ te houden. De werknemer blijft in dienst, maar ontvangt geen loon meer.

Een slapend dienstverband is niet geheel zonder risico’s. Tijdens een slapend dienstverband heeft een werkgever nog wel een re-integratieverplichting. De ziekte werknemer kan immers herstellen en aanspraak maken op werk en loondoorbetaling. Ook telt het dienstverband mee bij een eventuele reorganisatie (afspiegeling) en loopt de transitievergoeding op naarmate het dienstverband voortduurt.

Slapende dienstverbanden zijn door de wetgever als onwenselijk gezien. Vanaf 1 april 2020 worden werkgevers daarom met terugwerkende kracht (tot 1 juli 2015) door het UWV gecompenseerd voor de betaalde transitievergoeding na twee jaar ziekte. 

Afdwingbaar ontslagrecht voor zieke werknemer?

Diverse zieke werknemers zijn naar de rechter gestapt met het verzoek om hun slapende dienstverband te ontbinden onder toekenning van een transitievergoeding. De werknemers hebben daarbij aangevoerd dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever omdat de werkgever geen transitievergoeding wil betalen. De lijn in de jurisprudentie was aanvankelijk dat een slapend dienstverband is toegestaan en dat het niet als ernstig verwijtbaar handelen wordt aangemerkt; ook niet als de werkgever het niet betalen van de transitievergoeding als reden aanvoert. Daarnaast is een werkgever ook niet op grond van goed werkgeverschap gehouden over te gaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.

Vorige week hebben er twee rechters geheel anders geoordeeld over een slapend dienstverband. 

In de ene uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag in het voordeel van de werknemer beslist dat de werkgever in strijd handelt met goed werkgeverschap door de arbeidsovereenkomst met de terminaal zieke werknemer niet op te zeggen, mede gelet op de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever bij de Wet Compensatie Transitievergoeding om het voortbestaan van slapende dienstverbanden tegen te gaan. De werkgever dient de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang (op straffe van een dwangsom) op te zeggen en de transitievergoeding aan de terminaal zieke werknemer te voldoen.

Voor een andere zieke werknemer heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel in zijn nadeel beslist. Daarin heeft de kantonrechter geoordeeld dat het tot de keuzevrijheid/beleidsvrijheid van een werkgever behoort om de arbeidsovereenkomst wel of niet op te zeggen. Er bestaat daartoe geen wettelijke verplichting en de kantonrechter heeft in het oordeel laten meewegen dat de Wet Compensatie Transitievergoeding dit niet anders maakt en een voorfinanciering van de transitievergoeding onwenselijk wordt geacht.  

Er is nu veel onduidelijkheid en onrust. Het is tijd dat de Hoge Raad zich hierover uitlaat.

 

 

Terug naar overzicht